Machineleverancier Dymato heeft eind september een Hyundai-Kia SKT 250 LMS draaibank geïnstalleerd bij Van Wamel in Beneden-Leeuwen. Een van de redenen om juist voor deze machine te kiezen was het hoge vermogen op de subspil. “Deze draaibank heeft een vermogen van 15 kW op de subspil”, vertelt Gerrit Paul, voorman verspaning bij Van Wamel. “Dat was het grootste wat we konden kopen.”
De nieuwe draaibank is bij Van Wamel in de plaats gekomen van een 21 jaar oude CNC-draaibank, die technisch natuurlijk flink verouderd was. Een belangrijke vooruitgang vormen de aangedreven gereedschappen. Hierdoor kunnen onderdelen in één opspanning worden bewerkt en is er geen tussenopslag meer nodig. Bovendien kunnen er veel grotere onderdelen worden bewerkt. De oude machine had een zetbeweging van 550 mm, die van de nieuwe is 1250 mm. Ook de dubbele klauwplaten zijn veel groter. “Belangrijk voor ons”, aldus Gerrit Paul. “Bepaalde grote producten konden we voorheen alleen met veel kunst- en vliegwerk maken. Eén of twee bewerkingen op de draaibank en dan naar een andere machine om het af te maken.”
Van Wamel koos ook vanwege de goede prijs kwaliteit verhouding, de sterke voedingsmotoren en de grote stabiliteit van de machine voor de Hyundai-Kia, die nu ruim een maand draait.
“De stabiliteit en de ruimte in de machine bevallen prima. De Fanuc besturing (ook de aandrijfmotoren zijn van Fanuc) zijn erg bedieningsvriendelijk.”
Van Wamel maakt op de draaibank lagerhuizen en assen met diverse tap- en boorbewerkingen eraan met een hoge nauwkeurigheidsgraad. Verreweg de meeste producten (95 procent) zijn bestemd voor de eigen producten van Van Wamel. Het bedrijf is 60 jaar geleden begonnen als een reparatiebedrijf, maar heeft zich in de loop der jaren gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van maaimachines voor de agrarische sector. De drie belangrijkste productlijnen zijn maaimachines, versnipperaars en fruit- en vruchtsorteermachines. 85 Procent van de producten wordt geëxporteerd naar zo’n 40 landen over de hele wereld, waarbij West-Europa de belangrijkste afzetmarkt vormt.
Om de concurrentiestrijd met de lagenlonenlanden aan te kunnen is van Wamel voortdurend bezig zo veel mogelijk te automatiseren. Zo beschikt men over een geautomatiseerd lasersnijsysteem en vier lasrobots. Het bedrijf heeft zelf een automatische lasmachine ontwikkeld, die 14 uur per dag onbemand kan lassen. Een investering die op de rol staat is de volledige automatisering van de spuiterij met twee robots.
Maar ook in de verspanings-afdeling is de automatiseringsslag gaande. De nieuwe draaibank vormt een duo met een andere CNC-draaibank, waaraan al een robot met aan- en afvoerband staat. Deze belaadt de machine automatisch, haalt de producten er af en stapelt de kisten. De bedoeling is dat de robot, waarvoor Van Wamel zelf een draaigalg heeft gemaakt, binnenkort 180 graden wordt gedraaid, zodat hij deze werkzaamheden voor de Hyundai-Kia gaat uitvoeren. Voordat het echter zo ver is, moeten de operators André Reijers en Danny Meeuwsen de nieuwe aanwinst eerst goed onder de knie hebben. “Zij hebben nog nooit met aangedreven gereedschappen gewerkt en een dialoogbesturing had de vorige machine ook niet”, legt Paul uit. “We moeten eerst ontdekken wat je met deze machine allemaal kunt en daar kom je pas echt achter als je er mee werkt. En we moeten kennis op doen. Welke volgorde is bijvoorbeeld het handigst om te programmeren?”
Duidelijk is al wel dat de nauwkeurigheid en de flexibiliteit op de verspanende afdeling van Van Wamel met de komst van de nieuwe machine zijn toegenomen. Paul: “Je pakt het product in één keer vast en boort, tapt en freest de spiebanden vervolgens in één keer. Moet je daarvoor meerdere keren opspannen, dan heb je elke keer opspanfouten, hoe gering die misschien ook mogen zijn. We kunnen bovendien nu veel strakker plannen. Op onze draaiafdeling staan drie pc’s waarop de medewerkers zelf kunnen inloggen en zien welke taken prioriteit hebben. Dat is belangrijk omdat we ook fungeren als reparatie-afdeling. De mogelijkheden om met reparatiewerk in te breken op de planning, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de productie, zijn aanzienlijk vergroot.”